Home
Surname List
Name Index
Sources
Email Us

Sixth Generation


120. Sara Sophie Amalia (Emilie) ENGELBRONNER1,2 was born in 1772. She died on 29 Oct 1849 in Schloss Planckenwarth, Steiermark, Au. [Englisch]

Occasionally her Christian names appear as: Emilie Sophie Sara Agneta Ida.

Emilie was a very well educated young lady who learned four foreign languages, Latin, French, English and Italian. She also received an extensive education in music and singing and from her mother she learned playing the Italian guitar.
In 1803 Emilie and Nina joined Susette and Carl Horstig on a voyage to England. In London Emilie decided to go to India as tutor of the children of a British family living in Calcutta. In 1807 her sister Nina also arrived in Calcutta. R.Graewe in his book “Carl Gottlieb Horstig”, page 39, mentions that they had a boardingschool for daughters of British officers in Calcutta. Emilie returned from India in 1812 and was joined by Nina upon her return from India in 1815. The sisters moved to Styria (Steiermarken,Austria) where their nephew Moritz von Horstig-Ziernsfeld, a lawyer, lived and worked. In 1819 Emilie bought the estate Gersthof near Vienna and Nina moved in with her. In 1824 Emilie acquired the large Michelbacher estate with a Castle in Michelbach. Her younger sister Julie joined her and bought a share in the estate. Julie took over Emilie`s share of the estate in 1827 when Emilie married and went to live in Graz. Around 1830 Nina also bought a small castle near Graz and went to live there. Her nephew Moritz, son of Susette, was a great help to her and was her council in legal affairs.
In 1850 the “Heilandskirche” in Graz received its first organ, built by the Viennese firm Ullmann. The organ was a gift of Emilie Péché d`Aubigny von Engelbrunner. It is appropriate that this gift came from a descendent of an “Alte Exulanten” (Engelbrunner) and Huguenot (Aubigny) family.

[Dutch]
In Nina's dagboek van 1790/1791 komen haar jongste twee zus­jes Emilie en Julie vrijwel niet voor, toen respectievelijk 17 en 14 jaar oud. De over Emilie bestaande berichten zijn op sommige punten onderling nogal wat afwijkend, maar het staat in ieder ge­val vast, dat zij de meest avontuurlijke van alle kinderen van Johan Conrad en Sabine Jacobine is geweest. Kort na de eeuwwisse­ling trok zij Nina achterna naar Engeland, vanwaar zij in 1806 met een Engelse familie naar India reisde, alwaar zij na enige tijd een meisjeskostschool wist te verwerven. In de 6 jaren in Calcutta doorgebracht heeft zij, mede door een aandeel te nemen in de zeer winstgevende kinabast handel, een groot fortuin verzameld. Na in 1812 in Europa te zijn teruggekeerd, verbleef zij eerst een paar jaar bij haar ouders in Hanau, die echter in resp. 1817 en 1818 overleden. Reeds in dat zelfde jaar 1818 kocht zij het slot Michelbach, aan de N.W. rand van de Spessart, dat haar echter spoedig te eenzaam werd, zodat zij het beheer overliet aan haar toen nog ongehuwde jongere zuster Julie. Inmiddels had­den haar neven Eduard en Georg Horstig enthousiaste berichten uit Weenen gestuurd en kocht zij aldaar in 1819 het landgoed Gersthof, waar zich diverse familieleden bij haar voegden, o.a. Nina en nog een andere neef en nichtjes Horstig. Na het plotse­ling overlijden van Georg (1824) trokken Emilie en Nina naar Stiermarken, waar zich neef Moritz von Horstig als jurist had gevestigd. Inmiddels was Emilie plotseling in het huwelijk ge­treden met de Engelse generaal Péché (spr, uit Pietsjie), die destijds in India grote successen had behaald bij het bedwingen van Tippo Sahib, sultan van Mysore. Péché had drie kinderen bij zijn “sehr feinen und hübschen Hausdame Julie Paulton”. Hoewel het aannemelijk lijkt te veronderstellen dat Emilie en Péché elkaar al uit India kenden, schrijft zij zelf dat zij een ter­rein bij Hanau wilde verkopen teneinde haar broer te volgen, die een functie in Stettin had verworven - en daartoe een adverten­tie had geplaatst in de Londense Times. Bondig gesteld, in een brief aan mijn overgrootvader: “… et un avertissement dans le Times de Londres m'attira comme acheteur et mari le Lieutenant General de Peche”. Het klinkt allemaal erg romantisch, want in feite schijnt Péché haar te hebben getrouwd, vrijwel op zijn sterfbed, omdat hij zou hebben ontdekt dat Julie Paulton al bezig was om te zien naar een nieuwe “Ehegenossen”. Hij stierf 4 dagen na de voltrekking van het huwelijk op een hotelkamer, nadat hij tevoren nog zijn kinderen had doen wettigen. Over de nalatenschap ontstond een rechtsgeding, waarbij aan elk der kinderen een huis in Londen werd toegewezen; maar Emilie, zich voortaan sierend met de titel “Excellenz”, kreeg het voor die tijd formidabele bedrag van 200.000 gulden. En ze ging voort met het beleggen in onroerend goed. Eerst kocht zij in 1824 een voormalig kloostergoed “Paradeis”, maar dat bracht te weinig op, zodat zij het weer van de hand deed door het in 1826 te verruilen met het grote landgoed “Plankenwarth”, enige uren verwijderd van Graz. Aan het bezit van “Plankenwarth” was tevens verbonden dat van het nabijgelegen Althofen en van de zgn. Ludwigsburg, een statig huis met front­toren. Bovendien kocht zij voor haar verblijf in de stad het voormalige “Landtafelhaus” in de Herrengasse in Graz en tenslotte nog het landgoed “Eibisfeld” in zuid Stiermarken.
In 1846 maakte de toen tegen de 70 lopende energieke Emilie, met twee nichtjes, een reis naar Holland om haar Nederlandse ver­wanten op te sporen, waarvoor zij zelfs naar Amerika of naar Grie­kenland had willen reizen! Haar oordeel over de Nederlandse tak was zeer gunstig. Toen zij dan ook een jaar later het plan opvatte een fonds ter grootte van 100.000 gulden te stichten, om uit de renten daarvan de opvoeding van mannelijke nakomelingen der fami­lie te bekostigen, werden niet alleen in Duitsland of Oostenrijk wonenden daarbij beoogd, maar ook Nederlanders. Kennis van muziek en klassieke talen zouden vereist zijn. Door Emilie's vrij plot­seling overlijden, in 1849, viel dit fraaie plan echter in duigen en haar geld, behalve een onbeduidend bedrag dat naar Holland kwam, bleef in Oostenrijk en Duitsland.


[Englisch]

Occasionally her Christian names appear as: Emilie Sophie Sara Agneta Ida.

Emilie was a very well educated young lady who learned four foreign languages, Latin, French, English and Italian. She also received an extensive education in music and singing and from her mother she learned playing the Italian guitar.
In 1803 Emilie and Nina joined Susette and Carl Horstig on a voyage to England. In London Emilie decided to go to India as tutor of the children of a British family living in Calcutta. In 1807 her sister Nina also arrived in Calcutta. R.Graewe in his book “Carl Gottlieb Horstig”, page 39, mentions that they had a boardingschool for daughters of British officers in Calcutta. Emilie returned from India in 1812 and was joined by Nina upon her return from India in 1815. The sisters moved to Styria (Steiermarken,Austria) where their nephew Moritz von Horstig-Ziernsfeld, a lawyer, lived and worked. In 1819 Emilie bought the estate Gersthof near Vienna and Nina moved in with her. In 1824 Emilie acquired the large Michelbacher estate with a Castle in Michelbach. Her younger sister Julie joined her and bought a share in the estate. Julie took over Emilie`s share of the estate in 1827 when Emilie married and went to live in Graz. Around 1830 Nina also bought a small castle near Graz and went to live there. Her nephew Moritz, son of Susette, was a great help to her and was her council in legal affairs.
In 1850 the “Heilandskirche” in Graz received its first organ, built by the Viennese firm Ullmann. The organ was a gift of Emilie Péché d`Aubigny von Engelbrunner. It is appropriate that this gift came from a descendent of an “Alte Exulanten” (Engelbrunner) and Huguenot (Aubigny) family.

[Dutch]
In Nina's dagboek van 1790/1791 komen haar jongste twee zus­jes Emilie en Julie vrijwel niet voor, toen respectievelijk 17 en 14 jaar oud. De over Emilie bestaande berichten zijn op sommige punten onderling nogal wat afwijkend, maar het staat in ieder ge­val vast, dat zij de meest avontuurlijke van alle kinderen van Johan Conrad en Sabine Jacobine is geweest. Kort na de eeuwwisse­ling trok zij Nina achterna naar Engeland, vanwaar zij in 1806 met een Engelse familie naar India reisde, alwaar zij na enige tijd een meisjeskostschool wist te verwerven. In de 6 jaren in Calcutta doorgebracht heeft zij, mede door een aandeel te nemen in de zeer winstgevende kinabast handel, een groot fortuin verzameld. Na in 1812 in Europa te zijn teruggekeerd, verbleef zij eerst een paar jaar bij haar ouders in Hanau, die echter in resp. 1817 en 1818 overleden. Reeds in dat zelfde jaar 1818 kocht zij het slot Michelbach, aan de N.W. rand van de Spessart, dat haar echter spoedig te eenzaam werd, zodat zij het beheer overliet aan haar toen nog ongehuwde jongere zuster Julie. Inmiddels had­den haar neven Eduard en Georg Horstig enthousiaste berichten uit Weenen gestuurd en kocht zij aldaar in 1819 het landgoed Gersthof, waar zich diverse familieleden bij haar voegden, o.a. Nina en nog een andere neef en nichtjes Horstig. Na het plotse­ling overlijden van Georg (1824) trokken Emilie en Nina naar Stiermarken, waar zich neef Moritz von Horstig als jurist had gevestigd. Inmiddels was Emilie plotseling in het huwelijk ge­treden met de Engelse generaal Péché (spr, uit Pietsjie), die destijds in India grote successen had behaald bij het bedwingen van Tippo Sahib, sultan van Mysore. Péché had drie kinderen bij zijn “sehr feinen und hübschen Hausdame Julie Paulton”. Hoewel het aannemelijk lijkt te veronderstellen dat Emilie en Péché elkaar al uit India kenden, schrijft zij zelf dat zij een ter­rein bij Hanau wilde verkopen teneinde haar broer te volgen, die een functie in Stettin had verworven - en daartoe een adverten­tie had geplaatst in de Londense Times. Bondig gesteld, in een brief aan mijn overgrootvader: “… et un avertissement dans le Times de Londres m'attira comme acheteur et mari le Lieutenant General de Peche”. Het klinkt allemaal erg romantisch, want in feite schijnt Péché haar te hebben getrouwd, vrijwel op zijn sterfbed, omdat hij zou hebben ontdekt dat Julie Paulton al bezig was om te zien naar een nieuwe “Ehegenossen”. Hij stierf 4 dagen na de voltrekking van het huwelijk op een hotelkamer, nadat hij tevoren nog zijn kinderen had doen wettigen. Over de nalatenschap ontstond een rechtsgeding, waarbij aan elk der kinderen een huis in Londen werd toegewezen; maar Emilie, zich voortaan sierend met de titel “Excellenz”, kreeg het voor die tijd formidabele bedrag van 200.000 gulden. En ze ging voort met het beleggen in onroerend goed. Eerst kocht zij in 1824 een voormalig kloostergoed “Paradeis”, maar dat bracht te weinig op, zodat zij het weer van de hand deed door het in 1826 te verruilen met het grote landgoed “Plankenwarth”, enige uren verwijderd van Graz. Aan het bezit van “Plankenwarth” was tevens verbonden dat van het nabijgelegen Althofen en van de zgn. Ludwigsburg, een statig huis met front­toren. Bovendien kocht zij voor haar verblijf in de stad het voormalige “Landtafelhaus” in de Herrengasse in Graz en tenslotte nog het landgoed “Eibisfeld” in zuid Stiermarken.
In 1846 maakte de toen tegen de 70 lopende energieke Emilie, met twee nichtjes, een reis naar Holland om haar Nederlandse ver­wanten op te sporen, waarvoor zij zelfs naar Amerika of naar Grie­kenland had willen reizen! Haar oordeel over de Nederlandse tak was zeer gunstig. Toen zij dan ook een jaar later het plan opvatte een fonds ter grootte van 100.000 gulden te stichten, om uit de renten daarvan de opvoeding van mannelijke nakomelingen der fami­lie te bekostigen, werden niet alleen in Duitsland of Oostenrijk wonenden daarbij beoogd, maar ook Nederlanders. Kennis van muziek en klassieke talen zouden vereist zijn. Door Emilie's vrij plot­seling overlijden, in 1849, viel dit fraaie plan echter in duigen en haar geld, behalve een onbeduidend bedrag dat naar Holland kwam, bleef in Oostenrijk en Duitsland.

Sara Sophie Amalia (Emilie) ENGELBRONNER and John VON PECHÉ were married. John VON PECHÉ1 was an engl. Generalleutnant.